veinzer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  veinzer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• vein·zer

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van veinzen met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	veinzer	veinzers
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

veinzer m

1. iemand die veinst

   • Theophrastus onderscheidde dertig mensentypen. In dertien van de dertig herkennen wij duidelijk iets van Trump: de veinzer, de wauwelaar, de behaagzieke, de desperado, de schaamteloze, de vlegel, de achterdochtige, de weerzinwekkende, de lomperik, de ijdeltuit, de verwaande, de kwaadspreker en de opschepper  

Afgeleide begrippen

• veinzeres

Vertalingen

    1.   

Engels: hypocrite (en)

Gangbaarheid

• Het woord veinzer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veinzer" herkend door:

80 %	van de Nederlanders;
87 %	van de Vlamingen.