tree
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tree
Woordherkomst en -opbouw
- Samentrekking door elisie van d uit trede.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tree | treeën trees |
verkleinwoord | treetje | treetjes |
Zelfstandig naamwoord
- opstapje dat deel uitmaakt van een trap
- Nog maar een paar treetjes en we zijn er!
- opstapje dat deel uitmaakt van een ladder
Synoniemen
Anagrammen
Vertalingen
1. opstapje dat deel uitmaakt van een trap
2. opstapje dat deel uitmaakt van een ladder
Gangbaarheid
- Het woord tree staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "tree" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
Woordafbreking
- tree
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudengelse woord "trēow".
enkelvoud | meervoud |
---|---|
tree | trees |
Zelfstandig naamwoord
tree
Hyperoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
- apple tree
- Christmas tree
- gum tree
- tree-covered
- tree-dwelling
- tree-high
- tree-like
- tree-lined
- treeless
Typische woordcombinaties
- a stately tree
een statige boom
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 80 %
- Prevalentie Vlaanderen 56 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels