testament
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tes·ta·ment
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘beschikking voor na de dood’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | testament | testamenten |
verkleinwoord | testamentje | testamentjes |
Zelfstandig naamwoord
testament o
- (juridisch) notariële of onderhandse akte met persoonlijke, eenzijdig herroepbare verklaring(en), de uiterste wilsbeschikkingen, waarin een erflater bij leven bepaalt wat er na overlijden met zijn nalatenschap gebeurt, het wettelijke begrip is uiterste wil
- In het testament staat dat de kinderen uit beide huwelijken voor gelijke delen erven.
- (religie) één van de twee boekdelen van de bijbel
- De bijbel kent het oude en het nieuwe testament.
Synoniemen
- [1] uiterste wil
- [2] verbond
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
- [1] erfenis, nalatenschap, erflater, testateur, erven, herroepbaar, overlijden
Afgeleide begrippen
- [1] testamentair, testateur, testatrice
- [1] levenstestament
Vertalingen
1. akte met een wilsbeschikking voor na de dood
Gangbaarheid
- Het woord testament staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "testament" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bezieldheid: niet geanimeerd
- Metadomein: abstract
- Juridisch in het Nederlands
- Religie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %