squatten/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van squatten
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		squatten			te squatten
	toekomend		zullen squatten			te zullen squatten
voltooid	tegenwoordig		gesquat			te gesquat
	toekomend		gesquat zullen			gesquat te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	squattend		gesquat			ev. squat	mv. verouderd squat	squatte
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	squat	squat	squat	squat	squat	squatten	squatten	squatten
verleden (o.v.t.)	squatte	squatte	squatte	squatte	squatte	squatten	squatten	squatten
toekomend (o.t.t.t.)	zal squatten	zult/zal squatten	zult/zal squatten	zult squatten	zal squatten	zullen squatten	zullen squatten	zullen squatten
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou squatten	zou squatten	zou(dt) squatten	zoudt squatten	zou squatten	zouden squatten	zouden squatten	zouden squatten
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij