spuitgast
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spuit·gast
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spuit ww en gast (kerel)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spuitgast | spuitgasten |
verkleinwoord | spuitgastje | spuitgastjes |
Zelfstandig naamwoord
spuitgast m
- (beroep) een speciaal opgeleid lid van de brandweer voor het bestrijden van branden
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord spuitgast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "spuitgast" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be