spuitgast

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spuit·gast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spuitgast spuitgasten
verkleinwoord spuitgastje spuitgastjes

Zelfstandig naamwoord

spuitgast m

  1. (beroep) een speciaal opgeleid lid van de brandweer voor het bestrijden van branden
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be