slipper

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slip·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slipper slippers
verkleinwoord slippertje slippertjes

Zelfstandig naamwoord

de slipperm [5] [6] [7]

  1. (schoeisel) licht schoeisel zonder of met open hiel
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[8]

Meer informatie

Verwijzingen


Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • slip·per
Naar frequentie 1037

Werkwoord

slipper

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van slippe

Zelfstandig naamwoord

slipper, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van slip

Zelfstandig naamwoord

slipper

  1. nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van slippe


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • slip·per
Naar frequentie 789

Werkwoord

slipper

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van slippe
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

slipper

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van slipp