rijsttafelen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van rijsttafelen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		rijsttafelen			te rijsttafelen
	toekomend		zullen rijsttafelen			te zullen rijsttafelen
voltooid	tegenwoordig		hebben gerijsttafeld			te hebben gerijsttafeld
	toekomend		gerijsttafeld zullen hebben			gerijsttafeld te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	rijsttafelend		gerijsttafeld			ev. rijsttafel	mv. verouderd rijsttafelt	rijsttafele
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	rijsttafel	rijsttafelt	rijsttafelt	rijsttafelt	rijsttafelt	rijsttafelen	rijsttafelen	rijsttafelen
verleden (o.v.t.)	rijsttafelde	rijsttafelde	rijsttafelde	rijsttafelde	rijsttafelde	rijsttafelden	rijsttafelden	rijsttafelden
toekomend (o.t.t.t.)	zal rijsttafelen	zult/zal rijsttafelen	zult/zal rijsttafelen	zult rijsttafelen	zal rijsttafelen	zullen rijsttafelen	zullen rijsttafelen	zullen rijsttafelen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou rijsttafelen	zou rijsttafelen	zou(dt) rijsttafelen	zoudt rijsttafelen	zou rijsttafelen	zouden rijsttafelen	zouden rijsttafelen	zouden rijsttafelen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gerijsttafeld	hebt gerijsttafeld	hebt/heeft gerijsttafeld	hebt gerijsttafeld	heeft gerijsttafeld	hebben gerijsttafeld	hebben gerijsttafeld	hebben gerijsttafeld
verleden (v.v.t.)	had gerijsttafeld	had gerijsttafeld	had gerijsttafeld	hadt gerijsttafeld	had gerijsttafeld	hadden gerijsttafeld	hadden gerijsttafeld	hadden gerijsttafeld
toekomend (v.t.t.t.)	zal gerijsttafeld hebben	zal/zult gerijsttafeld hebben	zult/zal gerijsttafeld hebben	zult gerijsttafeld hebben	zal gerijsttafeld hebben	zullen gerijsttafeld hebben	zullen gerijsttafeld hebben	zullen gerijsttafeld hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gerijsttafeld hebben	zou gerijsttafeld hebben	zou/zoudt gerijsttafeld hebben	zoudt gerijsttafeld hebben	zou gerijsttafeld hebben	zouden gerijsttafeld hebben	zouden gerijsttafeld hebben	zouden gerijsttafeld hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gerijsttafeld worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gerijsttafeld				er is gerijsttafeld
verleden	er werd gerijsttafeld				er was gerijsttafeld
toekomend	er zal gerijsttafeld worden				er zal gerijsttafeld zijn
voorwaardelijk	er zou gerijsttafeld worden				er zou gerijsttafeld zijn