recepis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·ce·pis
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | recepis | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (handel) schriftelijk bewijs dat men iets ontvangen heeft
- (financieel) een voorlopig stuk dat soms bij een emissie van aandelen of obligaties (en dergelijke) wordt afgegeven als op de stortingsdatum de definitieve stukken nog niet beschikbaar zijn
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'recepis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "recepis" herkend door:
18 % | van de Nederlanders; |
18 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /rɛtsɛpɪs/
Woordafbreking
- re·ce·pis
Woordherkomst en -opbouw
- Uit het Latijn
Zelfstandig naamwoord
- (verouderd) recepis; schriftelijk bewijs dat men iets ontvangen heeft
- (verouderd)(medisch) recept; een doktersvoorschrift voor (de bereiding van) een geneesmiddel
Verbuiging
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Handel in het Nederlands
- Financieel in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 18 %
- Prevalentie Vlaanderen 18 %
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Verouderd in het Tsjechisch
- Medisch in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch