parelhoen
Uiterlijk
- pa·rel·hoen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parelhoen | parelhoenders parelhoenderen |
verkleinwoord | parelhoentje | parelhoentjes |
het parelhoen o
- (hoendervogels) benaming voor vogels uit het geslacht Numididae
1. benaming voor vogels uit het geslacht Numididae
- Het woord parelhoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "parelhoen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ parelhoen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Michaelis, Johann David“Nieuwe overzetting des Ouden Testaments, met aanmerkingen voor ongeleerden.” (1794), Blussé, Abraham Dordrecht, 1748-1806
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Hoendervogels in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %