panti

Baskisch

Zelfstandig naamwoord

panti

1. (kleding) panty, maillot

Verbuiging

onbezield zelfstandig naamwoord: panti

	onbepaald	enkelvoud	meervoud
absolutief	panti	pantia	pantiak
ergatief	pantiek	pantiak	pantiek
datief	pantii	pantiari	pantiei
genitief	pantien	pantiaren	pantien
comitatief	pantiekin	pantiarekin	pantiekin
motivatief	pantiengatik	pantiarengatik	pantiengatik
benefactief	pantientzat	pantiarentzat	pantientzat
instrumentalis	pantiez	pantiaz	pantiez
inessief	pantietan	pantian	pantietan
locatief	pantietako	pantieko	pantietako
allatief	pantietara	pantiera	pantietara
terminatief	pantietaraino	pantieraino	pantietaraino
directief	pantietarantz	pantierantz	pantietarantz
destinatief	pantietarako	pantierako	pantietarako
ablatief	pantietatik	pantietik	pantietatik
partitief	pantiik	—	—
prolatief	pantitzat	—	—