ontbijt
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·bijt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontbijt | ontbijten |
verkleinwoord | ontbijtje | ontbijtjes |
Zelfstandig naamwoord
ontbijt o
- eerste maaltijd van de dag
- Het is een slechte gewoonte om 's ochtends geen ontbijt te nuttigen.
- ▸ Ze hadden een ontbijt voor me klaargezet dat ik snel en zo stil mogelijk opat.[2]
Hyponiemen
- avondontbijt, buffetontbijt, champagneontbijt, drinkontbijt, kerstontbijt, koningsontbijt, nieuwjaarsontbijt, paasontbijt, ramadanontbijt, voorleesontbijt, werkontbijt
Spreekwoorden
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. eerste maaltijd van de dag
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontbijten |
ontbijt
Spreekwoorden
Gangbaarheid
- Het woord ontbijt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ontbijt" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ ontbijt op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden met boekreferenties
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ont- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %