ontbijtkamer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·bijt·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ontbijtkamer ontbijtkamers
verkleinwoord ontbijtkamertje ontbijtkamertjes

Zelfstandig naamwoord

de ontbijtkamerv / m

  1. (bouwkunde) de ruimte (in een hotel) waar de ochtendmaaltijd wordt gebruikt
     Vanuit Hotel Finch konden gasten in de serre vanachter de ontbijtkamer de linten, een eindje verderop, zien. Drie weken geleden werd vlak bij die plek een levensgevaarlijk gewonde man aangetroffen bij het pleintje voor Hotel Finch. Hij was mogelijk betrokken bij een steekpartij.[2]
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2024 Weblink bron
    Remco Regterschot
    “Dode aangetroffen op Gedempte Gracht, midden in het centrum van Deventer” (8 jul. 2022), Tubantia