netel
Uiterlijk
- ne·tel
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | netel | netelen netels |
| verkleinwoord | neteltje | neteltjes |
- (plantkunde) plant met gekartelde, harige blaadjes die soms een brandend gevoel veroorzaken
| vervoeging van |
|---|
| netelen |
netel
- Het woord netel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "netel" herkend door:
| 95 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "netel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ netel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %