nadir

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·dir
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nadir -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

nadir o

  1. (astronomie) denkbeeldig punt aan de sterrenhemel loodrecht onder de waarnemer
  2. (medisch) laagste waarde in een reeks metingen
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

18 % van de Nederlanders;
18 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·dir
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 58655
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   nadir     nadiret     nadir     nadira
nadirene  
genitief   nadirs     nadirets     nadirs     nadiras
nadirenes  

Zelfstandig naamwoord

nadir, o

  1. (astronomie) nadir
Antoniemen

Meer informatie

  • Zie Wikipedia voor meer informatie. (in het Noors)


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·dir
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   nadir     nadiret     nadir     nadira  

Zelfstandig naamwoord

nadir, o

  1. (astronomie) nadir
Antoniemen

Meer informatie

  • Zie Wikipedia voor meer informatie. (in het Nynorsk)