mondialiseren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van mondialiseren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		mondialiseren			te mondialiseren
	toekomend		zullen mondialiseren			te zullen mondialiseren
voltooid	tegenwoordig		gemondialiseerd			te gemondialiseerd
	toekomend		gemondialiseerd zullen			gemondialiseerd te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	mondialiserend		gemondialiseerd			ev. mondialiseer	mv. verouderd mondialiseert	mondialisere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	mondialiseer	mondialiseert	mondialiseert	mondialiseert	mondialiseert	mondialiseren	mondialiseren	mondialiseren
verleden (o.v.t.)	mondialiseerde	mondialiseerde	mondialiseerde	mondialiseerde	mondialiseerde	mondialiseerden	mondialiseerden	mondialiseerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal mondialiseren	zult/zal mondialiseren	zult/zal mondialiseren	zult mondialiseren	zal mondialiseren	zullen mondialiseren	zullen mondialiseren	zullen mondialiseren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou mondialiseren	zou mondialiseren	zou(dt) mondialiseren	zoudt mondialiseren	zou mondialiseren	zouden mondialiseren	zouden mondialiseren	zouden mondialiseren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
onpersoonlijke lijdende vorm gemondialiseerd worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gemondialiseerd				er is gemondialiseerd
verleden	er werd gemondialiseerd				er was gemondialiseerd
toekomend	er zal gemondialiseerd worden				er zal gemondialiseerd zijn
voorwaardelijk	er zou gemondialiseerd worden				er zou gemondialiseerd zijn
lijdende vorm gemondialiseerd worden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		gemondialiseerd worden			gemondialiseerd te worden
	toekomend		gemondialiseerd zullen worden			gemondialiseerd te zullen worden
voltooid	tegenwoordig		gemondialiseerd zijn			gemondialiseerd te zijn
	toekomend		gemondialiseerd zullen zijn			gemondialiseerd te zullen zijn
	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (o.t.t.)	word gemondialiseerd	wordt gemondialiseerd	wordt gemondialiseerd	wordt gemondialiseerd	wordt gemondialiseerd	worden gemondialiseerd	worden gemondialiseerd	worden gemondialiseerd
verleden (o.v.t.)	werd gemondialiseerd	werd gemondialiseerd	werd gemondialiseerd	werdt gemondialiseerd	werd gemondialiseerd	werden gemondialiseerd	werden gemondialiseerd	werden gemondialiseerd
toekomend (o.t.t.t.)	zal gemondialiseerd worden	zult gemondialiseerd worden	zult gemondialiseerd worden	zult gemondialiseerd worden	zal gemondialiseerd worden	zullen gemondialiseerd worden	zullen gemondialiseerd worden	zullen gemondialiseerd worden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou gemondialiseerd worden	zou gemondialiseerd worden	zou/zoudt gemondialiseerd worden	zoudt gemondialiseerd worden	zou gemondialiseerd worden	zouden gemondialiseerd worden	zouden gemondialiseerd worden	zouden gemondialiseerd worden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	ben gemondialiseerd	bent gemondialiseerd	bent/is gemondialiseerd	zijt gemondialiseerd	is gemondialiseerd	zijn gemondialiseerd	zijn gemondialiseerd	zijn gemondialiseerd
verleden (v.v.t.)	was gemondialiseerd	was gemondialiseerd	was gemondialiseerd	waart gemondialiseerd	was gemondialiseerd	waren gemondialiseerd	waren gemondialiseerd	waren gemondialiseerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gemondialiseerd zijn	zult gemondialiseerd zijn	zult gemondialiseerd zijn	zult gemondialiseerd zijn	zal gemondialiseerd zijn	zullen gemondialiseerd zijn	zullen gemondialiseerd zijn	zullen gemondialiseerd zijn
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gemondialiseerd zijn	zou gemondialiseerd zijn	zou/zoudt gemondialiseerd zijn	zoudt gemondialiseerd zijn	zou gemondialiseerd zijn	zouden gemondialiseerd zijn	zouden gemondialiseerd zijn	zouden gemondialiseerd zijn