casemanagement

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • case·ma·nage·ment
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord casemanagement
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het casemanagemento

  1. (medisch) begeleiding van één patiënt of cliënt zodat hij of zij zich zoveel mogelijk zelfstandig kan redden
     Zondag bevestigde VWS dat er een structurele geldstroom komt om het stijgende aantal zaken te behandelen en 'een professionaliseringsslag' te maken. Vanaf 2022 is zelfs 1 miljoen euro gereserveerd. Op het wensenlijstje: meer onderzoekers, een kantoor, een directeur, een communicatieafdeling, meer trainingen en software voor casemanagement.[2]
     Vanaf volgend jaar wordt het casemanagement gefinancierd uit dezelfde pot als wijkverpleging. Daardoor ontstaan nu problemen. Thuiszorgaanbieders moeten meer gaan doen met minder geld. In 2015 wordt er 400 miljoen euro bezuinigd en daarna 600 miljoen per jaar. Het gevolg daarvan is dat in sommige regio’s casemanagers nu te horen krijgen dat ze worden ontslagen.[3]
     In een onderzoek geeft ruim driekwart (78 procent) van de mantelzorgers aan dat zij de zorg voor hun naaste beter kunnen volhouden door het casemanagement. Het merendeel (84 procent) denkt dat hun naaste door de casemanager langer thuis kan blijven wonen.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. casemanagement op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron
    Guido van Gorp
    “Sportrechtbank kraakt door machtsmisbruikzaken: 'Dit is groter dan het turnen'” (Maandag 21 december 2020, 06:05), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron “Dementiezorg op de tocht” (Woensdag 10 december 2014, 15:22), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron
    Jane van Laar
    “Dementiezorg aan huis in de verdrukking” (Donderdag 2 juni 2016, 11:53), NOS