koppeling
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kop·pe·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van koppelen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koppeling | koppelingen |
verkleinwoord | koppelingetje | koppelingetjes |
Zelfstandig naamwoord
koppeling v
- (techniek) een constructie die in een motor of voertuig mechanische krachten op een te onderbreken wijze overbrengt
- Die koppeling mag wel eens nagekeken worden.
- (techniek) een vaste maar beweeglijke verbinding tussen twee voorwerpen, bijvoorbeeld treinwagons
- (techniek) een verbindingsstuk
- (informatica) een verbinding tussen hardware en/of apparatuureenheden
- de daad van het koppelen (ook figuurlijk)
Synoniemen
- [2] koppelinrichting
Hyponiemen
|
Vertalingen
1. een constructie die in een motor of voertuig mechanische krachten op een te onderbreken wijze overbrengt
2. een vaste maar beweeglijke verbinding tussen twee voorwerpen, bijvoorbeeld treinwagons
4. verbinding tussen hardware en/of apparatuureenheden
5. het koppelen
Gangbaarheid
- Het woord koppeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "koppeling" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Informatica in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %