Naar inhoud springen

kantoor

Uit WikiWoordenboek
  • kan·toor
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘werkvertrek, bureau’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1524 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kantoor kantoren
verkleinwoord kantoortje kantoortjes

kantoor o

  1. een instelling waar allerlei administratieve handelingen worden uitgevoerd
    • Hij ging gisteren weer naar kantoor om nog wat extra werkzaamheden uit te voeren. 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]


enkelvoud meervoud
naamwoord kantoor kantore

kantoor

  1. kantoor o.