ijsbreker

Uit WikiWoordenboek
IJsbrekers

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ijs·bre·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van ijs en de stam van breken met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord ijsbreker ijsbrekers
verkleinwoord ijsbrekertje ijsbrekertjes

Zelfstandig naamwoord

de ijsbrekerm

  1. (scheepvaart) een sterk, krachtig schip dat speciaal gebouwd en uitgerust wordt om zich een weg door het ijs te banen en alzo een vaargeul voor andere schepen te openen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be