ferryboot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fer·ry·boot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ferry en boot [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ferryboot | ferryboten |
verkleinwoord | ferrybootje | ferrybootjes |
Zelfstandig naamwoord
- (scheepvaart), (techniek) een speciaal gebouwd en uitgerust schip om in een veerdienst ingelegd te worden
Synoniemen
Verwante begrippen
- motorboot, boorschip, bulkschip, containerschip, luchtkussenvaartuig, sleepboot, ijsbreker, treiler, woonschip, motorjacht, tanker, vleugelboot, cruiseschip, gastanker, koelschip
Vertalingen
1. een speciaal gebouwd en uitgerust schip om in een veerdienst ingelegd te worden.
Gangbaarheid
- Het woord ferryboot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ferryboot" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ ferryboot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 69 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %