cruiseschip
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: cruiseschip (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cruise·schip
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van cruise en schip
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cruiseschip | cruiseschepen |
verkleinwoord | cruisescheepje | cruisescheepjes |
Zelfstandig naamwoord
het cruiseschip o
- (scheepvaart) een passagiersschip dat gebouwd en uitgerust wordt om er cruises mee te maken
- Een luxe cruiseschip.
- Toen ik veertien was maakte ons gezin een reis naar Egypte. We voeren met een cruiseschip over de Nijl, bezochten de piramiden van Gizeh en de tempels van Karnak. [1]
Synoniemen
Verwante begrippen
- motorboot, boorschip, bulkschip, containerschip, luchtkussenvaartuig, sleepboot, ijsbreker, treiler, ferryboot, reddingsboot, tanker, vleugelboot, vleugelboot, gastanker, koelschip, woonschip
Vertalingen
1. een passagierschip dat gebouwd en uitgerust wordt om er cruises mee te maken.
Gangbaarheid
- Het woord cruiseschip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "cruiseschip" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Sandes, DavidDe wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 264
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be