honderdvierenveertig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0 1 4 4
honderdvierenveertig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·vier·en·veer·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

honderdvierenveertig

  1. "144", het getal tussen honderddrieënveertig en honderdvijfenveertig, honderd plus vierenveertig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen honderdvierenveertig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer honderdvierenveertig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "honderdvierenveertig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdvierenveertig honderdvierenveertigs
verkleinwoord honderdvierenveertigje honderdvierenveertigjes

Zelfstandig naamwoord

de honderdvierenveertigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 144 is aangeduid
    • Als jij honderdvierenveertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

honderdvierenveertig mv

  1. groep van 144 eenheden
    • Die honderdvierenveertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 
Synoniemen

Gangbaarheid