eenhonderdvierenveertig
Nederlands
0 | 1 | 4 | 4 |
eenhonderdvierenveertig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: eenhonderdvierenveertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtˈfirənˌfertəx / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- een·hon·derd·vier·en·veer·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eenhonderd ht en vierenveertig ht
Hoofdtelwoord
eenhonderdvierenveertig
- "144", langere vorm van honderdvierenveertig, honderd plus vierenveertig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdvierenveertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdvierenveertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- honderdvierenveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdvierenveertig" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'eenhonderdvierenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.