herlokaliseren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van herlokaliseren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		herlokaliseren			te herlokaliseren
	toekomend		zullen herlokaliseren			te zullen herlokaliseren
voltooid	tegenwoordig		geherlokaliseerd			te geherlokaliseerd
	toekomend		geherlokaliseerd zullen			geherlokaliseerd te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	herlokaliserend		geherlokaliseerd			ev. herlokaliseer	mv. verouderd herlokaliseert	herlokalisere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	herlokaliseer	herlokaliseert	herlokaliseert	herlokaliseert	herlokaliseert	herlokaliseren	herlokaliseren	herlokaliseren
verleden (o.v.t.)	herlokaliseerde	herlokaliseerde	herlokaliseerde	herlokaliseerde	herlokaliseerde	herlokaliseerden	herlokaliseerden	herlokaliseerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal herlokaliseren	zult/zal herlokaliseren	zult/zal herlokaliseren	zult herlokaliseren	zal herlokaliseren	zullen herlokaliseren	zullen herlokaliseren	zullen herlokaliseren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou herlokaliseren	zou herlokaliseren	zou(dt) herlokaliseren	zoudt herlokaliseren	zou herlokaliseren	zouden herlokaliseren	zouden herlokaliseren	zouden herlokaliseren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij