herlokaliseer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  herlokaliseer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• her·lo·ka·li·seer

Werkwoord

vervoeging van
herlokaliseren

herlokaliseer

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herlokaliseren
   

   • Ik herlokaliseer. 

2. gebiedende wijs van herlokaliseren
   

   • Herlokaliseer! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herlokaliseren
   

   • Herlokaliseer je? 

Gangbaarheid

• Het woord herlokaliseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.