Naar inhoud springen

geestkracht

Uit WikiWoordenboek
  • geest·kracht
enkelvoud meervoud
naamwoord geestkracht
verkleinwoord

de geestkrachtv / m

  1. de mentale en psychologische instelling die nodig is om iets te doen
    • In oktober 2001 begon pastoor B. Wolters vol geestkracht aan zijn taak als pastoor van de parochies Heeten en Nieuw Heeten/Holten. Geen moment had hij toen verwacht dat hij ruim zeven jaar later al met emeritaat zou gaan. [2] 
    • "Iedereen is trots op u", zei de president, volgens de woordvoerder. De overwinning van Landis getuigde van "grote moed", vertelde de president verder aan Landis. "U hebt een formidabele geestkracht getoond". George W. Bush nodigde de familie Landis ook uit naar het Witte Huis. [3] 
97 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[4]