spirit
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spi·rit
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘fut’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1903 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spirit | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
spirit m
- geestdrift, enthousiasme
- Hij sprak met veel spirit over zijn nieuwe bedrijf.
Gangbaarheid
- Het woord spirit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "spirit" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.