elan
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- elan
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bezieldheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1891 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elan | elans |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
elan o
- animo, het enthousiasme om je doel te bereiken
- Die nieuwe stijl moet de winkel een nieuw elan geven.
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord elan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "elan" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bezieldheid: niet geanimeerd
- Metadomein: abstract
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 81 %
- Prevalentie Vlaanderen 89 %