esdoorn
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- es·doorn
Woordherkomst en -opbouw
- uit Middelnederlands asdoren, gevormd als samenstelling van es (boomsoort) en doorn stekel [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | esdoorn | esdoorns |
verkleinwoord | esdoorntje | esdoorntjes |
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde) boom of heester uit het geslacht (Acer
)
- Er hangen nog twee blaren aan mijn esdoorn. [3]
- (materiaalkunde) hout, afkomstig van bomen uit het geslacht Acer
- Esdoorn is, zowel met de hand als machinaal, gemakkelijk te bewerken. [4]
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. boom of heester uit het geslacht (Acer
)

stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen | esdoorn |
Bijvoeglijk naamwoord
esdoorn
- (materiaalkunde) gemaakt uit hout van bomen uit het geslacht (Acer
)
- twee esdoorn tafelbladen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord esdoorn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'esdoorn' herkend door
99 % | van de Nederlanders |
100 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Coninck, H. "November" in: Ons Erfdeel. jrg. 40 (1997) Stichting Ons Erfdeel, Rekkem / Raamsdonkveer; p. 490; geraadpleegd 2015-02-08
- ↑ Centrum Hout Houtsoort: Esdoorn op site "Houtinfo.nl"; geraadpleegd 2015-02-08
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Materiaalkunde in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Stofadjectief in het Nederlands
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %