engagement
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: engagement (hulp, bestand)
Woordafbreking
- en·ga·ge·ment
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | engagement | engagementen |
verkleinwoord | engagementje | engagementjes |
Zelfstandig naamwoord
- het belang hechten aan een maatschappelijke kwestie, verbintenis
- Tot nu ging het [in het buitenlands beleid] om positive-sum-engagements, samenwerken om grotere veiligheid en welvaart te bereiken voor Amerika én voor andere landen.”[2]
Gangbaarheid
- Het woord engagement staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "engagement" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Michel Kerres 10 november 2016
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be