Naar inhoud springen

schermen

Uit WikiWoordenboek
  • scher·men
  • In de betekenis van ‘vechten met degen’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • afgeleid van scherm met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schermen
schermde
geschermd
zwak -d volledig

schermen

  1. (sport) volgens regels een oefengevecht houden met een blank wapen of een stok
    • Zij schermen al jaren samen en zijn ondertussen erg goed geworden. 

deschermenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord scherm
     Duizenden supporters waren voor de wedstrijd naar De Kuip in Rotterdam gereisd, maar ook in Deventer zelf werd het duel nauwlettend gevolgd. Op terrassen en in kroegen in de binnenstad zagen mensen op grote schermen hoe AZ na strafschoppen werd verslagen.[3]
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]