Naar inhoud springen

doormaken

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 15:36 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)
  • door·ma·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doormaken
maakte door
doorgemaakt
zwak -t volledig

doormaken

  1. ondervinden, meemaken
    • - Hij heeft de vreselijke storm doorgemaakt 
    • - Hij heeft veel problemen doorgemaakt voordat hij goed werk had gevonden. 
    • - De koers van het aandeel heeft de laatste jaren een positieve ontwikkeling doorgemaakt. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be