dissimileren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van dissimileren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		dissimileren			te dissimileren
	toekomend		zullen dissimileren			te zullen dissimileren
voltooid	tegenwoordig		hebben gedissimileerd			te hebben gedissimileerd
	toekomend		gedissimileerd zullen hebben			gedissimileerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	dissimilerend		gedissimileerd			ev. dissimileer	mv. verouderd dissimileert	dissimilere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	dissimileer	dissimileert	dissimileert	dissimileert	dissimileert	dissimileren	dissimileren	dissimileren
verleden (o.v.t.)	dissimileerde	dissimileerde	dissimileerde	dissimileerde	dissimileerde	dissimileerden	dissimileerden	dissimileerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal dissimileren	zult/zal dissimileren	zult/zal dissimileren	zult dissimileren	zal dissimileren	zullen dissimileren	zullen dissimileren	zullen dissimileren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou dissimileren	zou dissimileren	zou(dt) dissimileren	zoudt dissimileren	zou dissimileren	zouden dissimileren	zouden dissimileren	zouden dissimileren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gedissimileerd	hebt gedissimileerd	hebt/heeft gedissimileerd	hebt gedissimileerd	heeft gedissimileerd	hebben gedissimileerd	hebben gedissimileerd	hebben gedissimileerd
verleden (v.v.t.)	had gedissimileerd	had gedissimileerd	had gedissimileerd	hadt gedissimileerd	had gedissimileerd	hadden gedissimileerd	hadden gedissimileerd	hadden gedissimileerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gedissimileerd hebben	zal/zult gedissimileerd hebben	zult/zal gedissimileerd hebben	zult gedissimileerd hebben	zal gedissimileerd hebben	zullen gedissimileerd hebben	zullen gedissimileerd hebben	zullen gedissimileerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gedissimileerd hebben	zou gedissimileerd hebben	zou/zoudt gedissimileerd hebben	zoudt gedissimileerd hebben	zou gedissimileerd hebben	zouden gedissimileerd hebben	zouden gedissimileerd hebben	zouden gedissimileerd hebben