disliken/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van disliken
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		disliken			te disliken
	toekomend		zullen disliken			te zullen disliken
voltooid	tegenwoordig		hebben gedisliket			te hebben gedisliket
	toekomend		gedisliket zullen hebben			gedisliket te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	dislikend		gedisliket			ev. dislike	mv. verouderd disliket	dislike
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	dislike	disliket	disliket	disliket	disliket	disliken	disliken	disliken
verleden (o.v.t.)	likete	likete	likete	likete	likete	disliketen	disliketen	disliketen
toekomend (o.t.t.t.)	zal disliken	zult/zal disliken	zult/zal disliken	zult disliken	zal disliken	zullen disliken	zullen disliken	zullen disliken
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou disliken	zou disliken	zou(dt) disliken	zoudt disliken	zou disliken	zouden disliken	zouden disliken	zouden disliken
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gedisliket	hebt gedisliket	hebt/heeft gedisliket	hebt gedisliket	heeft gedisliket	hebben gedisliket	hebben gedisliket	hebben gedisliket
verleden (v.v.t.)	had gedisliket	had gedisliket	had gedisliket	hadt gedisliket	had gedisliket	hadden gedisliket	hadden gedisliket	hadden gedisliket
toekomend (v.t.t.t.)	zal gedisliket hebben	zal/zult gedisliket hebben	zult/zal gedisliket hebben	zult gedisliket hebben	zal gedisliket hebben	zullen gedisliket hebben	zullen gedisliket hebben	zullen gedisliket hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gedisliket hebben	zou gedisliket hebben	zou/zoudt gedisliket hebben	zoudt gedisliket hebben	zou gedisliket hebben	zouden gedisliket hebben	zouden gedisliket hebben	zouden gedisliket hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gedisliket worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gedisliket				er is gedisliket
verleden	er werd gedisliket				er was gedisliket
toekomend	er zal gedisliket worden				er zal gedisliket zijn
voorwaardelijk	er zou gedisliket worden				er zou gedisliket zijn
lijdende vorm gedisliket worden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		gedisliket worden			gedisliket te worden
	toekomend		gedisliket zullen worden			gedisliket te zullen worden
voltooid	tegenwoordig		gedisliket zijn			gedisliket te zijn
	toekomend		gedisliket zullen zijn			gedisliket te zullen zijn
	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (o.t.t.)	word gedisliket	wordt gedisliket	wordt gedisliket	wordt gedisliket	wordt gedisliket	worden gedisliket	worden gedisliket	worden gedisliket
verleden (o.v.t.)	werd gedisliket	werd gedisliket	werd gedisliket	werdt gedisliket	werd gedisliket	werden gedisliket	werden gedisliket	werden gedisliket
toekomend (o.t.t.t.)	zal gedisliket worden	zult gedisliket worden	zult gedisliket worden	zult gedisliket worden	zal gedisliket worden	zullen gedisliket worden	zullen gedisliket worden	zullen gedisliket worden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou gedisliket worden	zou gedisliket worden	zou/zoudt gedisliket worden	zoudt gedisliket worden	zou gedisliket worden	zouden gedisliket worden	zouden gedisliket worden	zouden gedisliket worden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	ben gedisliket	bent gedisliket	bent/is gedisliket	zijt gedisliket	is gedisliket	zijn gedisliket	zijn gedisliket	zijn gedisliket
verleden (v.v.t.)	was gedisliket	was gedisliket	was gedisliket	waart gedisliket	was gedisliket	waren gedisliket	waren gedisliket	waren gedisliket
toekomend (v.t.t.t.)	zal gedisliket zijn	zult gedisliket zijn	zult gedisliket zijn	zult gedisliket zijn	zal gedisliket zijn	zullen gedisliket zijn	zullen gedisliket zijn	zullen gedisliket zijn
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gedisliket zijn	zou gedisliket zijn	zou/zoudt gedisliket zijn	zoudt gedisliket zijn	zou gedisliket zijn	zouden gedisliket zijn	zouden gedisliket zijn	zouden gedisliket zijn