Naar inhoud springen

case

Uit WikiWoordenboek
  • case
enkelvoud meervoud
naamwoord case cases
verkleinwoord - -

de casem

  1. afzonderlijke situatie in de werkelijkheid die nauwkeuriger wordt bekeken
    • Er zijn verschillende figuren in de geschiedenis van de neerlandistiek geweest die zowel een rol in het academische als in het niet-academische veld vervulden. Een mooie eerste case vormt de zojuist genoemde criticus en dichter Albert Verwey, die in 1925 tot hoogleraar Nederlandse letterkunde in Leiden werd benoemd. [2]

naar de vorm: ook ontleend aan het Engels, in een vergelijkbare betekenis:

naar de vorm: ook ontleend aan het Engels, in een andere betekenis:

88 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[3]


enkelvoud meervoud
case cases

case

  1. geval
  2. kist, krat


case

  1. (voeding) kaas


vervoeging van
casar

case

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van casar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van casar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van casar
vervoeging van
casarse

case

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van casarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van casarse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van casarse