beautycase

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

beautycase uit 1866
Uitspraak
Woordafbreking
  • beau·ty·case
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beautycase beautycases
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beautycasem

  1. een koffertje met meestal voornamelijk make-up spullen voor vrouwen
    • Voor haar goed geslaagde Amsterdamse accent – plat maar met humor – liet Janzen zich inspireren door haar nagelstyliste, schijnt. Raak is de schets van Talpa-achtige polderchic die hier vaak met glamour wordt verward. Maar ondanks haar metallic roze rolkoffer-met-bijpassende-beautycase is Brigitte veel méér dan een domme bimbo. Goed, ze is een beetje simpel, maar dat is niet haar schuld (moeilijke jeugd), en ze heeft een aimabele behoefte aan zelfontplooiing.[1] 
    • Eerst dit: een monstre sacré als Erica Terpstra zet je niet midden in de nacht op een vliegtuig. En als ze dan toch weg moest dan had Blankert hoogst persoonlijk haar koffer en beautycase naar de luchthaven moeten slepen - je bent een heer of je bent het niet. Ergerlijker is de morele ondertoon van de door Blankert gedecreteerde expulsie. Hoezo belangenverstrengeling? Het NOC*NSF is een getto van sluikreclame. Sinds jaar en dag is de lijn tussen commercie en sport door de herauten van Papendal verduisterd tot een stippellijn. Onder het toeziend oog van de heer Blankert wordt door de Nederlandse supporterskolonie in Salt Lake City alleen maar reclame gemaakt voor niet-geaccrediteerde sponsors. Daar heeft deze heer van stand geen enkele moeite mee.[2]  
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC Herien Wensink 22 maart 2017
  2. NRC Hugo Camps 16 februari 2002
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be