casework

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • case·work
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord casework
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het caseworko

  1. vorm maatschappelijk werk waarbij de behandeling helemaal is toegespitst op de behoeften van het individu
Vertalingen

Gangbaarheid

69 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen