cape

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

regencape
Uitspraak
Woordafbreking
  • cape
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘schoudermantel’ voor het eerst aangetroffen in 1903 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord cape capes
verkleinwoord capeje capejes

Zelfstandig naamwoord

cape v/m

  1. wijde jas zonder mouwen die over de schouder gedragen wordt
    • Madonna maakte gisteren tijdens de BRIT Awards 2015 in de Londense 02 Arena een dramatische smak van een trap op het podium. Een danser zou de immense Armani-cape van Madonna aftrekken, maar die kwam niet los en ze viel achterover. Na de val vervolgde ze haar show al weer snel. „Mijn mooie cape zat te strak vast”, zei ze koeltjes achteraf. [2]  
Synoniemen
  1. schoudermantel

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Zelfstandig naamwoord

cape

  1. kaap
  2. mantel


Indonesisch

Woordafbreking
  • ca·pe
Woordherkomst en -opbouw
  • spreektaalvariant van capai in Betawi, het dialect van Jakarta

Bijvoeglijk naamwoord

cape

  1. (spreektaal) moe, uitgeput
Schrijfwijzen


Middelengels

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Angelsaksische cæppe

Zelfstandig naamwoord

cape

  1. pet, hoed
Schrijfwijzen


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·pe

Zelfstandig naamwoord

cape

  1. vocatief enkelvoud van cap