Naar inhoud springen

uitgeput

Uit WikiWoordenboek
  • uit·ge·put
vervoeging van: uitputten…
verbogen vorm: uitgeputte

uitgeput

  1. voltooid deelwoord van uitputten
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen uitgeputuitgeputteruitgeputst
verbogen uitgeputteuitgeputtereuitgeputste
partitief uitgeputsuitgeputters-

uitgeput

  1. dodelijk vermoeid
    • De uitgeputte drenkeling werd nog net op tijd uit het water gehaald. 
  2. dusdanig leeggehaald dat er niets overblijft
    • De uitgeputte goudmijn was al jaren gesloten, maar door nieuwe technologie werd het mogelijk het afval opnieuw te gaan bewerken. 
  1. zeer vermoeid
     De rest gaf ik aan de jongens die uitgeput in de zon zaten.[1]
     Om drie uur 's nachts ging ze uitgeput op haar matras liggen en staarde naar de balken en het afbladderende plafond, waarvan de ruwe, hoge hoeken werden verlicht door het zwakke schijnsel van de kaars naast haar bed.[2]
     Terwijl Hannah gaat douchen, ga ik uitgeput op de enige stoel zitten.[3]
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Jessie Burton vert. Marja Borg
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024574704
  3. Marion Pauw e.a.
    “4 wandelaars en een Siciliaan” (2022), The House of Books, ISBN 9789044363340
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be