Naar inhoud springen

broder

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: bröder
Naar frequentie 1830
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   broder     broderen     brødre     brødrene  
genitief   broders     broderens     brødres     brødrenes  

broder, g

  1. (familie) broer
    stamtijd
    infinitief verleden
    tijd
    voltooid
    deelwoord
    broder
    brodais
    brodé
    eerste groep volledig

    broder

    1. inergatief borduren
    2. overgankelijk overdríjven
    • aiguille à broder
      • borduurnaald
    • broder sur les faits
      • de feiten mooier maken dan ze zijn
    • broder une histoire
      • een verhaal ophangen
    • IPA: /broːðɐ(r)/ (Etsbergs)

    broder m

    1. (familie) broer
    2. broeder
    3. bloedverwant
    • bro·der
    • Afkomstig van het Latijnse woord frater en het Griekse woord "phrater"
    Naar frequentie 2955
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   broder     broderen     brødre     brødrene  
    genitief   broders     broderens     brødres     brødrenes  

    broder, m

    1. lid van hetzelfde volk of diezelfe groep (Scandinaviër; indianen)
    2. een gelijkgezinde (gildewezen)
    3. (religie) een mannelijke geloofsgenoot
    4. (religie) een monnik
    • [2]: broder i ånden
    een broer in de geest
    • [3]: broder i Herren
    een broer in de Heer
    • bro·der
    • Afkomstig van het Latijnse woord frater en het Griekse woord "phrater"
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   broder     broderen     brør     brørne  

    broder, m

    1. (schrijftaal) lid van hetzelfde volk of diezelfe groep (Scandinaviër; indianen)
    2. (schrijftaal) een gelijkgezinde (gildewezen)
    3. (schrijftaal) (religie) een mannelijke geloofsgenoot
    4. (schrijftaal) (religie) een monnik
    • [1]: Menneska er alle brør.
    De mensen zijn allemaal broers.
    • [2]: broder i ånden
    een broer in de geest
    • [3]: ein broder i Herren
    een broer in de Heer
    Naar frequentie 1363
    broders enkelvoud meervoud
      onbepaald bepaald onbepaald bepaald
      nominatief     broder     brodern     bröder     bröderna  
      genitief     broders     broderns     bröders     brödernas  

    broder, g

    1. (familie) broer