bede

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·de
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘gebed’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bede beden
bedes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

bede v / m [3]

  1. smekend, dringend verzoek, smeekbede
  2. (religie) gebed
  3. (geschiedenis) verzoek om geld van de vorst aan zijn onderdanen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Middelnederlands

Zelfstandig naamwoord

bede v

  1. (religie) bede; gebed


Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·de

Werkwoord

bede

  1. bidden, een gebed doen
Afgeleide begrippen
Opmerkingen