armoede
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·moe·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | armoede | - |
verkleinwoord | armoedje | armoedjes |
Zelfstandig naamwoord
- (economie) de toestand waarin iemand leeft die zeer weinig middelen voor zijn levensonderhoud heeft
- De armoede van het gezin was schrijnend nadat beide ouders hun werk verloren.
- Armoede is een relatief begrip, de arme van nu leeft comfortabeler dan de rijke van 100 jaar geleden.
- ▸ De blik in zijn ogen hield het midden tussen gêne en schaamte. De wanstaltige gedaante van armoede die openlijk aan hem voorbijtrok was hier verantwoordelijk voor.[3]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. de toestand waarin iemand leeft die zeer weinig middelen voor zijn levensonderhoud heeft.
Gangbaarheid
- Het woord armoede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "armoede" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "armoede" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ armoede op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Suzanne Vermeer
“All-inclusive”
(2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bezieldheid: niet geanimeerd
- Metadomein: abstract
- Economie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %