Naar inhoud springen

poverty

Uit WikiWoordenboek
  • pov·er·ty
  • Afkomstig van het Latijnse woord pauper.
enkelvoud meervoud
poverty poverties

poverty

  1. armoede
    «Almost every fourth migrant lives in poverty
    Bijna één op de vier migranten leeft in armoede.
  2. gebrek
  3. onvruchtbaarheid
  4. gelofte van armoede

[1] When poverty comes in, love flies out.

  • Als de armoede de deur binnenkomt, vliegt de liefde het venster uit.

[1] grinding poverty

  • Drukkende armoede.

[3] the poverty of the soil

  • De onvruchtbaarheid van de bodem.