aluminiseren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van aluminiseren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | aluminiseren | te aluminiseren | ||||||
toekomend | zullen aluminiseren | te zullen aluminiseren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gealuminiseerd | te hebben gealuminiseerd | ||||||
toekomend | gealuminiseerd zullen hebben | gealuminiseerd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
aluminiserend | gealuminiseerd | ev. aluminiseer |
mv. verouderd aluminiseert |
aluminisere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | aluminiseer | aluminiseert | aluminiseert | aluminiseert | aluminiseert | aluminiseren | aluminiseren | aluminiseren | |
verleden (o.v.t.) | aluminiseerde | aluminiseerde | aluminiseerde | aluminiseerde | aluminiseerde | aluminiseerden | aluminiseerden | aluminiseerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal aluminiseren | zult/zal aluminiseren | zult/zal aluminiseren | zult aluminiseren | zal aluminiseren | zullen aluminiseren | zullen aluminiseren | zullen aluminiseren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aluminiseren | zou aluminiseren | zou(dt) aluminiseren | zoudt aluminiseren | zou aluminiseren | zouden aluminiseren | zouden aluminiseren | zouden aluminiseren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gealuminiseerd | hebt gealuminiseerd | hebt/heeft gealuminiseerd | hebt gealuminiseerd | heeft gealuminiseerd | hebben gealuminiseerd | hebben gealuminiseerd | hebben gealuminiseerd | |
verleden (v.v.t.) | had gealuminiseerd | had gealuminiseerd | had gealuminiseerd | hadt gealuminiseerd | had gealuminiseerd | hadden gealuminiseerd | hadden gealuminiseerd | hadden gealuminiseerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gealuminiseerd hebben | zal/zult gealuminiseerd hebben | zult/zal gealuminiseerd hebben | zult gealuminiseerd hebben | zal gealuminiseerd hebben | zullen gealuminiseerd hebben | zullen gealuminiseerd hebben | zullen gealuminiseerd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gealuminiseerd hebben | zou gealuminiseerd hebben | zou/zoudt gealuminiseerd hebben | zoudt gealuminiseerd hebben | zou gealuminiseerd hebben | zouden gealuminiseerd hebben | zouden gealuminiseerd hebben | zouden gealuminiseerd hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm gealuminiseerd worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt gealuminiseerd | er is gealuminiseerd | |||||||
verleden | er werd gealuminiseerd | er was gealuminiseerd | |||||||
toekomend | er zal gealuminiseerd worden | er zal gealuminiseerd zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou gealuminiseerd worden | er zou gealuminiseerd zijn |