als een rat in de val zitten/vervoeging
N.B. De beide lange vormen van de onbepaalde wijs die met "te" beginnen zijn niet correct.
vervoeging van de bedrijvende vorm van als een rat in de val zitten | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | als een rat in de val zitten | als een rat in de val te zitten | ||||||
toekomend | zullen als een rat in de val zitten als een rat in de val zullen zitten |
te zullen als een rat in de val zitten als een rat in de val te zullen zitten | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben als een rat in de val gezeten | te hebben als een rat in de val gezeten | ||||||
toekomend | als een rat in de val gezeten zullen hebben | als een rat in de val gezeten te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
als een rat in de val zittend | als een rat in de val gezeten | ev. zit als een rat in de val |
mv. verouderd zit als een rat in de val |
zitte als een rat in de val (bijzin) als een rat in de val zitte | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |
tegenwoordig (o.t.t.) | zit als een rat in de val | zit als een rat in de val | zit als een rat in de val | zit als een rat in de val | zit als een rat in de val | zitten als een rat in de val | zitten als een rat in de val | zitten als een rat in de val | |
verleden (o.v.t.) | zat als een rat in de val | zat als een rat in de val | zat als een rat in de val | zat als een rat in de val | zat als een rat in de val | zaten als een rat in de val | zaten als een rat in de val | zaten als een rat in de val | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal als een rat in de val zitten | zult/zal als een rat in de val zitten | zult/zal als een rat in de val zitten | zult als een rat in de val zitten | zal als een rat in de val zitten | zullen als een rat in de val zitten | zullen als een rat in de val zitten | zullen als een rat in de val zitten | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou als een rat in de val zitten | zou als een rat in de val zitten | zou(dt) als een rat in de val zitten | zoudt als een rat in de val zitten | zou als een rat in de val zitten | zouden als een rat in de val zitten | zouden als een rat in de val zitten | zouden als een rat in de val zitten | |
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |
tegenwoordig (o.t.t.) | als een rat in de val zit | als een rat in de val zit | als een rat in de val zit | als een rat in de val zit | als een rat in de val zit | als een rat in de val zitten | als een rat in de val zitten | als een rat in de val zitten | |
verleden (o.v.t.) | als een rat in de val zat | als een rat in de val zat | als een rat in de val zat | als een rat in de val zat | als een rat in de val zat | als een rat in de val zaten | als een rat in de val zaten | als een rat in de val zaten | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal als een rat in de val zitten als een rat in de val zal zitten |
zult/zal als een rat in de val zitten als een rat in de val zult/zal zitten |
zult/zal als een rat in de val zitten als een rat in de val zult/zal zitten |
zult als een rat in de val zitten als een rat in de val zult zitten |
zal als een rat in de val zitten als een rat in de val zal zitten |
zullen als een rat in de val zitten als een rat in de val zullen zitten |
zullen als een rat in de val zitten als een rat in de val zullen zitten |
zullen als een rat in de val zitten als een rat in de val zullen zitten | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou als een rat in de val zitten als een rat in de val zou zitten |
zou als een rat in de val zitten als een rat in de val zou zitten |
zou(dt) als een rat in de val zitten als een rat in de val zou(dt) zitten |
zoudt als een rat in de val zitten als een rat in de val zoudt zitten |
zou als een rat in de val zitten als een rat in de val zou zitten |
zouden als een rat in de val zitten als een rat in de val zouden zitten |
zouden als een rat in de val zitten als een rat in de val zouden zitten |
zouden als een rat in de val zitten als een rat in de val zouden zitten | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb als een rat in de val gezeten | hebt als een rat in de val gezeten | hebt/heeft als een rat in de val gezeten | hebt als een rat in de val gezeten | heeft als een rat in de val gezeten | hebben als een rat in de val gezeten | hebben als een rat in de val gezeten | hebben als een rat in de val gezeten | |
verleden (v.v.t.) | had als een rat in de val gezeten | had als een rat in de val gezeten | had als een rat in de val gezeten | hadt als een rat in de val gezeten | had als een rat in de val gezeten | hadden als een rat in de val gezeten | hadden als een rat in de val gezeten | hadden als een rat in de val gezeten | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal als een rat in de val gezeten hebben | zal/zult als een rat in de val gezeten hebben | zult/zal als een rat in de val gezeten hebben | zult als een rat in de val gezeten hebben | zal als een rat in de val gezeten hebben | zullen als een rat in de val gezeten hebben | zullen als een rat in de val gezeten hebben | zullen als een rat in de val gezeten hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou als een rat in de val gezeten hebben | zou als een rat in de val gezeten hebben | zou/zoudt als een rat in de val gezeten hebben | zoudt als een rat in de val gezeten hebben | zou als een rat in de val gezeten hebben | zouden als een rat in de val gezeten hebben | zouden als een rat in de val gezeten hebben | zouden als een rat in de val gezeten hebben |