advokat

Deens

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ɑdʋuˈkɑːt /

Woordafbreking

• ad·vo·kat

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Latijnse werkwoord advocare
• Deens zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel ad-

Naar frequentie	1009

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	advokat	advokaten	advokater	advokaterne
genitief	advokats	advokatens	advokaters	advokaternes

Zelfstandig naamwoord

advokat, g

1. (juridisch), (beroep) advocaat, verdediger

Synoniemen

• [1]: sagfører

Hyperoniemen

• jurist

Afgeleide begrippen

   

advokatbeskikkelse advokatbestalling advokatbistand advokatfirma advokatforretning advokatfuldmægtig advokatkontor advokatorisk advokatpraksis advokatsalær advokatsekretær advokatundersøgelse advokatur advokatvagt advokatvirksomhed advokere

Verwijzingen

• advokat in:
  Det Danske Sprog- og Litteraturselskab
  Den Dankse Ordbog
  op website:ordnet.dk

Indonesisch

Woordafbreking

• ad·vo·kat

Woordherkomst en -opbouw

• Ontleend aan het Nederlandse advocaat

Zelfstandig naamwoord

advokat

1. (juridisch), (beroep) advocaat
2. (fruit) avocado

Schrijfwijzen

• [1] adpokat

Synoniemen

• [1] pengacara
• [2] alpokat, avokad

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ɑdʋuˈkɑːt /

Woordafbreking

• ad·vo·kat

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Latijnse werkwoord advocare
• Noors zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel ad-

Naar frequentie	1009

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	advokat	advokaten	advokater	advokatene
genitief	advokats	advokatens	advokaters	advokatenes

Zelfstandig naamwoord

advokat, m

1. (juridisch), (beroep) advocaat, verdediger
2. (figuurlijk) voorvechter

Synoniemen

• [1]: sakfører
• [2]: forkjemper

Afgeleide begrippen

• [1]: advokatfirma
• [1]: advokathonorar
• [1]: advokatkontor
• [1]: forsvarsadvokat
• [1]: skrankeadvokat
• [1]: toppadvokat

Hyperoniemen

• [1]: jurist

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ɑdʋuˈkɑːt /

Woordafbreking

• ad·vo·kat

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Latijnse werkwoord advocare
• Nynorsk zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel ad-

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	advokat	advokaten	advokatar	advokatane

Zelfstandig naamwoord

advokat, m

1. (juridisch), (beroep) bewindvoerder, curator
2. (figuurlijk) voorvechter

Synoniemen

• [1]: sakførar
• [2]: forkjempar

Hyperoniemen

• [1]: jurist

Afgeleide begrippen

• [1]: advokatfirma
• [1]: advokathonorar
• [1]: advokatkontor
• [1]: forsvarsadvokat
• [1]: skrankeadvokat

Zweeds

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Latijnse werkwoord advocare
• Zweeds zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel ad-

Naar frequentie	939

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	advokat	advokaten	advokater	advokaterna
genitief	advokats	advokatens	advokaters	advokaternas

Zelfstandig naamwoord

advokat, g

1. (juridisch), (beroep) advocaat