Est

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Est    (hulp, bestand)
• IPA:
  • (Noord-Nederland): /ɛst/
  • (Vlaanderen, Brabant): /ɛst/
  • (Limburg): /ɛs/

Woordafbreking

• Est

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Est	Esten
verkleinwoord	Estje	Estjes

Zelfstandig naamwoord

Est m

1. (demoniem) iemand afkomstig uit Estland

   • De Esten zijn nu al enige tijd lid van de Europese Unie. 

Verwante begrippen

Demoniemen bij Estland in het Nederlands
inwoner: Est, Estlander • inwoonster: Estse, Estlandse • bijvoeglijk: Estisch, Estlands, Ests

Gangbaarheid

• Het woord Est staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /ɛst/

Woordafbreking

• Est

Zelfstandig naamwoord

Est m bezield

1. (demoniem) Est, Estlander; een man met de Estse nationaliteit
2. (demoniem) Est, Estlander; een man behorend tot het Estse volk

Verbuiging

		enkelvoud	meervoud
nominatief		Est	Esti / Estové
genitief		Esta	Estů
datief	korte vorm	Estu	Estům
	lange vorm	Estovi
accusatief		Esta	Esty
vocatief		Este	Esti / Estové
locatief	korte vorm	Estu	Estech
	lange vorm	Estovi
instrumentalis		Estem	Esty

Synoniemen

• Estonec m bezield

Hyperoniemen

• Evropan m bezield

Verwante begrippen

Estonka v Estonsko o Estonská republika v estonsky (bw.)

estonský estonština v po estonsku

Verwijzingen

• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)