chybný

Uit WikiWoordenboek

Slowaaks

Woordafbreking
  • chyb·ný
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord chyba met het achtervoegsel -ný.

Bijvoeglijk naamwoord

chybný

  1. foutief; verkeerd geproduceerd.
  2. (informeel) fout, verkeerd; niet volgens de in een groep of land geldende normen en waarden.
  3. foutief; afwijkend van de normaal.
Synoniemen
  1. pomýlený, zlý
Antoniemen
  1. bezchybný, bezvadný, dokonalý
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • chyb·ný
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord chyba met het achtervoegsel -ný

Bijvoeglijk naamwoord

chybný

  1. fout, foutief, gebrekkig
  2. (verouderd) missend
Verbuiging


Vervoeging
Synoniemen
  1. nesprávný, špatný, vadný, závadný
  2. chybující
Antoniemen
  1. bezchybný, bezvadný
  2. -
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Verwijzingen