zolder
Uiterlijk


- zol·der
- Van Oudnederlands solre (< Latijn solarium). In de betekenis van ‘bovenste verdieping’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1237 [1][2]
- [1] leenwoord met als ontwikkelingsweg:
- Middelnederlands: solder, solre, soller «plat dak, terras, zolder»
- Doublet(ten):
- solarium «zonnebank»
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | zolder | zolders |
| verkleinwoord | zoldertje | zoldertjes |
de zolder m
- (bouwkunde) een houten vloer over een balklaag
- (vertrek) de ruimte tussen de bovenste vloer en de onderste kapspanten, plaats om goederen op te slaan
- Haal jij die dozen even van de zolder?
- ▸ 'Otto, wil jij stiekem wat turf van de zolder halen? Juffrouw Maren merkt het toch niet.[3]
- ▸ Geachte Sir Peter, het was me een groot genoegen dat ik in '57 het schilderij bij u op zolder aan Rembrandt heb kunnen toeschrijven.[4]
- ▸ Die avond laat, nadat Isaac en Teresa waren vertrokken, met de belofte een paar dagen later terug te komen met brandhout, ging Olive naar haar kamer op zolder en deed de deur op slot.[4]
- (bouwkunde) ruimte onder een (schuin) dak
- Een schat op zolder
Iets kostbaars of zeer waardevols waarvan het bestaan niet of nauwelijks bekend is
- Er is nog kabel op zolder
Het is nog in voorraad
- Hoe hoger de zolder, hoe leger de vloer
Als iemand meer over iets praat, duidt dat er vaak op dat die er juist weinig van weet
- Iemand op zijn achterste zolder jagen
Iemand beledigen
- Kippen op zolder houden
Op een vreemde manier het huishouden doen, de woning op een vreemde manier inrichten
- Op een papieren zolder dansen
Iets gevaarlijks ondernemen
- Snoeken op zolder zoeken
Tevergeefs iets proberen/iets nutteloos doen
- Zijn koe staat op zolder
Hij bezit niets
3. ruimte onder een (schuin) dak
| vervoeging van |
|---|
| zolderen |
zolder
- Het woord zolder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zolder" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "zolder" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ zolder op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Jessie Burton vert. Mieke Trouw-Luyckx“Het huis aan de gouden bocht” (2014), Luitingh-Sijthoff
, ISBN 9789021809526 - 1 2 Jessie Burton vert. Marja Borg“De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff
, ISBN 9789024574704 - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Vertrek in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %