zaadzolder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zaadzolder (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zaad·zol·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zaad en zolder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaadzolder | zaadzolders |
verkleinwoord | zaadzoldertje | zaadzoldertjes |
Zelfstandig naamwoord
- een verdieping in een pakhuis die gebruikt wordt voor het opslaan van zaad
- In de zaadzolder wordt het zaad bewaard voor het zaaien in de komende lente.
Gangbaarheid
- Het woord 'zaadzolder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.